Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij liet alles, wat hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding kennis had, [11]behalve van het brood, dat hij at. En Jozef was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht. 11. Dat is, Potifar bemoeide zich nergens mede dan met eten en drinken, latende al de huishouding op Jozef berusten. Sommigen menen dat deze woorden: behalve van het brood dat hij at, zien op de superstitie der Egyptenaars, die met de Hebreen niet wilden eten. Zie daarvan onder, hfdst.43 vs.32.